- goedvinden
- goedvinden1{{/term}}〈het〉1 [toestemming] approbation 〈v.〉2 [goeddunken] gré 〈m.〉♦voorbeelden:1 met onderling goedvinden • par consentement mutuel2 naar eigen goedvinden handelen • agir à son gré————————goedvinden2{{/term}}〈overgankelijk werkwoord〉1 [goedkeuren] approuver2 [dienstig, nuttig achten] juger bon ⇒ 〈noodzakelijk achten〉juger nécessaire♦voorbeelden:1 ik vind alles goed • cela m'est égal
Deens-Russisch woordenboek. 2015.